Zoals gelezen in het Infovisie MagaZIEN: juninummer (2012)
Jean-Marie Vanhove – Inclusief Consulting
Om het geschikte hulpmiddel te vinden als persoon met een functiebeperking, moet men weten dat er apparatuur bestaat die is ontwikkeld of aangepast om beperkingen te compenseren, waardoor deelname aan het maatschappelijke leven (opnieuw) mogelijk wordt. Deze oplossingen/hulpmiddelen maken nog geen deel uit van het dagelijks leven en dienen te worden gezocht op een kleine gespecialiseerde markt. Krukken en manuele rolstoelen voor wie tijdelijk een probleem heeft en een loepje voor wie wat minder goed ziet, zijn nog wel bekend. Maar waar vindt men informatie over gespecialiseerde, doorgaans hoogtechnologische apparatuur?
Het zorg- en onderwijscircuit
Veel hangt af van de achtergrond van de betrokkene. Wie van bij de geboorte of op jonge leeftijd functiebeperkingen heeft, wordt opgevangen in een specifiek professioneel zorg- of onderwijscircuit dat informatie en advies kan verstrekken over de nodige ondersteunende technologie. In Vlaanderen bestaan voor visusproblemen een aantal voorzieningen met een rijke traditie terzake (Spermalie, Koninklijk Instituut Woluwe, Ganspoel, Kasterlinden …). Vanuit deze instellingen gaat informatie en advies ook naar het reguliere onderwijs via de GON-leerkrachten. Ook wie hogere studies aanvat, wordt geholpen door begeleidingsdiensten voor personen met functiebeperkingen.
De belangen- en dienstverleningsorganisaties
Hoe begint evenwel de persoon die op latere leeftijd geconfronteerd wordt met functiebeperkingen en de nood aan ondersteunende technologie deze zoektocht?
In dat geval kunnen de belangenorganisaties die zijn ontstaan voor iedere soort beperking, op de voorgrond treden. Organisaties zoals BCBS, Vebes en SBPV kunnen personen met visusproblemen informeren over hulpmiddelen om (opnieuw) zelfstandig te kunnen leven en verwijzen naar dienstverleningsorganisaties. In Vlaanderen zijn vooral de Brailleliga en Blindenzorg Licht en Liefde bekend, die zelf beschikken over een dienst (hoogtechnologische) hulpmiddelen. In dit nummer wordt overigens de hulpmiddelenbeurs aangekondigd die de Brailleliga in oktober organiseert. Blindenzorg gaat in zijn informatieverstrekking over hoogtechnologie verder dan de Brailleliga via het Vlaams digitaal oogpunt / AnySurfer / Blind d mobiel.
De voorwaarde van succes voor de gebruiker is evenwel dat hij/zij deze organisaties kent. Door het afkalven van het klassieke, lokale sociale vangnet, zijn dienstverlenende organisaties zeker niet meer bij het grote publiek bekend. Een onderzoek van gemeentelijke websites dat de nieuwe vzw TolBo recent uitvoerde, toonde weinig verwijzingen naar belangenorganisaties, en meer naar de federale overheidsdiensten inzake tegemoetkomingen.
(Thuis)zorgwinkels
Waar kan de persoon terecht die de dienstverlenende organisaties niet kent/vindt?
In veel gevallen zal worden gedacht aan de thuiszorgwinkels van de ziekenfondsen. Voor motorische beperkingen wordt er zeker hulp geboden.
Deze winkels volgen evenwel niet de ‘markt’ van hulpmiddelen voor visusproblemen. De vrager kan alleen maar hopen dat hij wordt doorverwezen. Zij kunnen worden geholpen via de optieker maar zeker via de universitaire lowvisioncentra waarvan de meeste voor hulpmiddelen een samenwerking hebben met de Blind d mobiel.
Op rijpere leeftijd mag een slechtziend persoon hopen dat het personeel van het rusthuis op de hoogte is van hulpmiddelen. Acties vanuit Luisterpunt en Kamelego i.v.m. daisyvoorleesapparatuur, hebben hierbij zeker sensibiliserend gewerkt. Dit is ook nodig. Zorgverstrekkers krijgen tijdens hun opleiding amper informatie over het omgaan met functiebeperkingen, laat staan over hoogtechnologische hulpmiddelen. De opleidingen die door het KOC worden verstrekt, staan voor deze zorgverstrekkers open, maar worden hoofdzakelijk gevolgd door adviesverleners in het kader van terugbetaling. De erkende thuiszorgdiensten (o.a. Ons Zorgnetwerk, Thuiszorg Vlaanderen …) proberen ook voor visusproblemen informatie te geven. Maar omwille van de techniciteit kunnen zij ook niet veel meer dan basisinformatie geven.
Zelfstandig zoeken
Waar kan de persoon die zich zelfstandig wil/moet informeren, neutrale informatie verzamelen over het marktaanbod aan hulpmiddelen?
In Vlaanderen is de markt voor hulpmiddelen voor visus klein en overzichtelijk.
De leveranciers hebben van oudsher (soms via de belangenorganisaties) een direct contact met de doelgroep. Zij verenigden zich recent in een federatie – Visubel – die begin 2013 een specifieke beurs zal organiseren.
De markt wordt bovendien prima opgevolgd door Infovisie MagaZIEN.
Binnen het Vlaams Agentschap is er de databank Vlibank, beheerd door het kenniscentrum hulpmiddelen (KOC). Hoge waardering krijgt ook de website die Kim Bols als ervaringsdeskundige uitbouwde (www.kimbols.be).
En als men als oudere weet heeft van de website ‘Blijf actief’, komt men ook op het juiste spoor. Via de algemene website van Seniorennet daarentegen komt men nergens.
Eerder nieuw is de advieslijn van de organisatie ‘Onafhankelijk Leven’ waar ook de doelgroep visus aan bod komt (www.onafhankelijkleven.be/advies).
Wil men over het muurtje kijken naar andere landen, dat kan. Heel wat landen hebben een portaalsite, (evenwel niet steeds in het Engels!) meestal opgebouwd door een kenniscentrum. Een aantal daarvan zijn samen met de Vlibank verbonden in het Eastin-netwerk (www.eastin.info). (Eastin staat voor European Assistive Technology Information Network).
Een hele goeie ontwikkeling voor de doelgroep visus is de nieuwe site van de Blind d mobiel: http://www.blinddmobiel.be.
Vooral nood aan sensibilisering?
Alle bovenstaande informatie is door de auteur verzameld vanuit een jarenlange ervaring met ondersteunende technologie.
Het is echter de vraag in welke mate de bevolking vertrouwd is met het gegeven ‘ondersteunende technologie voor visus’.
Is de nood niet heel groot aan sensibilisering over het bestaan van hulpmiddelen via de media, opleidingen …?
De grote belangenorganisaties krijgen subsidies als socio-culturele vereniging. Moeten zij niet worden aangespoord om ook sensibiliseringsacties op te zetten naar het ruime publiek over ondersteunende technologie?